08-11-2024 Oogst binnen? Controleer uw bewaring
Na een voorspoedig oogstseizoen zullen de meeste aardappelen inmiddels al in de bewaring liggen. De oogstomstandigheden waren beter dan vorig jaar. Ook zijn over het algemeen de bewaaromstandigheden beter dan vorig jaar na de natte oogstomstandigheden. Echter, late, koud geoogste aardappelen kunnen uitdagingen creëren in het beheer van de opslag. Daarom is het van belang om goed te controleren wat er in de bewaring gebeurt.
Droging en wondheling
Direct na het inschuren is het belangrijk om te beginnen met intern ventileren om de temperatuur en het vochtpercentage te homogeniseren. Dit kan met de deur op een kier. Het doel is om de temperatuur en het vocht gelijkmatig te verdelen. Gebruik het Mollierdiagram om te bepalen of de lucht drogend is en houd de producttemperatuur op 15°C voor optimale droging en wondheling. Het product is droog als de temperatuur begint op te lopen en er geen aanhangend vocht meer zichtbaar is. Als de partij niet droog is, kan drogen met een kachel een goede optie zijn, vooral bij koude buitentemperaturen.
Luchtventilatie en koeling
Het is essentieel om de temperatuur in de bult goed te monitoren. Let hierbij op het verschil in temperatuur tussen de productvoelers; bij meer dan 1,5°C verschil is meer interne ventilatie nodig om de temperatuur egaal verdeeld te krijgen. Begin pas met inkoelen als het product droog is. Verlaag de producttemperatuur geleidelijk met maximaal één graad per week en volg de gemiddelde buitentemperatuur om te snel inkoelen te voorkomen. Houd de temperatuur zo constant mogelijk om kieming, versuikering, gewichtsverlies en drukplekken te voorkomen. De ideale bewaartemperatuur is afhankelijk van het ras en de kiemrust van de partij.
Kiemremming
Het afgelopen groeiseizoen was uitdagend wat betreft het gebruik van MH. Sommige percelen konden niet met MH behandeld worden vanwege ongunstige omstandigheden. Bij andere percelen waar wel MH is toegepast, is het soms de vraag hoe effectief dit is geweest. Daarom is het cruciaal om op tijd te beginnen met het gebruik van een kiemremmer. Als u 1,4 Sight gebruikt, is het belangrijk te weten dat 1,4 Sight meer fungeert als een kiemrustverlenger, in tegenstelling tot andere kiemremmers en het oude CIPC. 1,4-dimethylnaftaleen is een natuurlijk hormoon in aardappelen dat de kieming onderdrukt en de ademhaling verlaagt, wat zorgt voor kiemrust.
Bij het gebruik van 1,4 Sight is het essentieel om dit tijdig toe te passen, zelfs als u al MH heeft gebruikt tijdens de teelt. Door vroeg te beginnen, kunt u gewichtsverlies zoveel mogelijk beperken. De eerste behandeling kan plaatsvinden wanneer het product goed droog is en de temperatuur onder de 10 graden ligt. Een tijdige start betekent dat een lagere (vervolg) dosering nodig is, waardoor u met een gelijke of zelfs lagere totale dosering gedurende het bewaarseizoen een beter financieel resultaat kunt behalen.
Regelmatige controle
Controleer uw bewaring regelmatig op vocht, geur en beginnende kieming. Het is belangrijk om te beseffen dat de temperatuur van de aardappelen bij binnenkomst in de opslag effect kan hebben op het wondhelingsproces. Bij lagere temperaturen gaat de wondheling langzamer. Een goede wondheling is essentieel om opslagverliezen te voorkomen. 15 graden Celsius is de optimale temperatuur voor wondheling.
Heeft u vragen over kiemremming of andere aspecten van aardappelbewaring, neem dan gerust contact op met uw buitendienstmedewerker. Voor meer informatie over aardappelbewaring en de verschillende bewaarfasen kunt u ook terecht op onze website: Aviko Potato Bewaaradvies.